Plenair Visseren-Hamakers bij voortzetting behandeling Tijdelijke wet Klimaatfonds en Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024



Verslag van de vergadering van 19 december 2023 (2023/2024 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ten eerste nog een opmerking in reactie op de bijdrage van de heer Panman. Ik was blij verrast om te merken dat de BBB zich zulke zorgen maakt over de dood van vogels. Ik denk dat het aantal vogels dat sterft door windenergie niet in verhouding staat tot het aantal kippen en eendagshaantjes dat sterft in de bio-industrie, het aantal ganzen en duiven dat sterft in de jacht en het aantal vogels in het wild dat sterft door stikstof en te weinig habitat, maar ik deel de zorgen van de heer Panman. Het is inderdaad belangrijk om te kijken waar je windmolens plaatst. Er wordt ook prachtig onderzoek gedaan naar verbetering van de impact van windmolens, zodat die zo goed mogelijk geplaatst kunnen worden. We leren dus nog steeds over het zo vogelvriendelijk mogelijk plaatsen van windmolens. We delen die zorg dus. Ik hoop dat we de zorgen over andere vogels ook gaan delen.

Dank aan de minister voor zijn uitvoerige beantwoording van bijna al mijn vragen, en voor de openhartige reflectie op het feit dat de keuze voor kernenergie een politieke keuze is geweest van het kabinet.

Nog een paar openstaande vragen. De minister kon de vraag over de hele productieketen niet beantwoorden: hoeveel impact heeft de Nederlandse consumptie van kernenergie, van mijn tot opslag, en niet alleen in Nederland? Hoeveel kernafval produceren we nou in de hele keten? Ik begrijp dat de minister daar vanavond misschien geen antwoord op kan geven, maar ik zou dat antwoord toch graag tegemoetzien, wellicht schriftelijk, dus graag een reactie van de minister daarop.

Dan over de alternatieven voor uranium uit Kazachstan en opwekking in Rusland. Op welke termijn verwacht de minister daar alternatieven voor te kunnen ontwikkelen? Dat zijn namelijk serieuze ontwikkelingen aldaar.

Ik wilde de minister eigenlijk interrumperen in de eerste termijn in zijn antwoord over die vier energie-intensieve sectoren. De minister zei dat het belangrijk is om die energie-intensieve sectoren te laten verduurzamen binnen Nederland. Ik vroeg mij af of die aanpak en die wenselijkheid van dat verduurzamen van die energie-intensieve sectoren gelijk is over al die vier, dus voor ijzer en staal, raffinage, chemie en kunstmest. Ik kan me voorstellen, als je over de verschillende transities heen stuurt, dat de ene energie-intensieve industrie wellicht belangrijker is om te behouden dan de andere en dat je, als je al die duurzaamheidstransformaties in ogenschouw hebt, sommige industrieën juist wel wil afbouwen, bijvoorbeeld kunstmest.

Voorzitter. De Partij voor de Dieren-fractie heeft twee fundamentele bezwaren bij dit Klimaatfonds waar we mee blijven zitten. Dat heeft te maken met de laatste vraag die ik aan de minister stelde, namelijk: is de minister bereid om investeringen in kernenergie uit het Klimaatfonds te verwijderen? Het Klimaatfonds is eigenlijk vooruitgelopen op de scenariostudies voor een toekomstig energiesysteem in Nederland in 2050. De Partij voor de Dieren-fractie betreurt het dat er zo'n scherpe keuze is gemaakt voor kernenergie in het Klimaatfonds, terwijl er in die scenariostudies echt een breed palet aan scenario's is bestudeerd. Het behoort dus ook tot de mogelijkheden om voor Nederland een robuust en duurzaam energiesysteem te ontwikkelen voor 2050 zonder in te zetten op kernenergie. Kan de minister reflecteren op die bijna automatische keuze voor kernenergie in het Klimaatfonds terwijl de studies die de minister heeft laten uitvoeren toch een ander beeld geven? Dat is ons eerste fundamentele bezwaar.

Ons tweede fundamentele bezwaar bij het Klimaatfonds in zijn huidige vorm is dat de verhouding — de SP-fractie had het daar ook al over — tussen investeringen in bedrijfsleven en industrie versus het direct ondersteunen van initiatieven van burgers wat ons betreft uit balans is. Kan de minister daar nogmaals op reflecteren?

In afwachting van de antwoorden van de ministers hebben wij een motie voorbereid, waarin verzocht wordt om de kernenergievrije scenario's die in opdracht van de minister zijn ontwikkeld serieuzer te nemen bij de planvorming voor ons energiesysteem op de langere termijn. In de motie is een voetnoot opgenomen met een verwijzing naar een metastudie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tijdelijke wet Klimaatfonds 5 miljard euro aan reserveringen omvat ten behoeve van de verdere ontwikkeling van kernenergie;

overwegende dat kernenergie serieuze negatieve gevolgen met zich meebrengt;

overwegende dat er verschillende scenario's zonder kernenergie bestaan voor het toekomstige Nederlandse energiesysteem;

verzoekt de regering om scenario's voor het toekomstige Nederlandse energiesysteem zonder kernenergie verder uit te werken, zodat deze kunnen worden meegenomen in toekomstige besluitvorming over het Nederlandse energiesysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Visseren-Hamakers, Van Apeldoorn en Koffeman.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter G (36274).

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

En daarmee ben ik klaar. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Visseren. Dan is het woord aan mevrouw Prins namens het CDA.